Overwin dyslexie!

Een praktisch handboek voor ouders, docenten, remedial teachers en andere geïnteresseerden in dyslexie. Hiermee kunnen kinderen met lees-, spelling- en schrijfproblemen op een effectieve manier ondersteund worden.

€ 12,95

Samengesteld door: drs Laura Schilder

Lezen en foutloos spellen
De benadering, de aanpak en de mate-rialen die in het boek worden gehanteerd, zijn ontwikkeld door Mevrouw A.M. Tulner – Hepkema. Zij kampte lange tijd zelf met dyslexie en weet als geen ander hoe moeilijk leren lezen en foutloos schrijven (spellen) kunnen zijn. Zij heeft als het ware van buitenaf én door eigen ervaring van binnenuit het denken van het kind met dyslexie onderzocht en lesmateriaal ontwikkeld dat daarbij aansluit. In de loop der jaren hebben honderden kinderen met de aanpak van Mevrouw Tulner de problemen van hun dyslexie kunnen verminderen.

Geconcretiseerd
Op basis van haar nauwgezette aantekeningen en de verslagen van individuele lessen en behandelingen zijn veel van de door haar gebruikte principes en oefeningen in dit boek verder geconcretiseerd.

Selectie voor de praktijk
Mevrouw Montijn-Hepkema, de jongere zuster van Mevrouw Tulner, heeft zich jarenlang ingespannen om het uitgebreide materiaal te ordenen en te archiveren. Laura Schilder heeft hieruit in nauw overleg met hen beiden vanaf 2006 een selectie gemaakt en uitgewerkt voorde praktijk. Op deze manier is een uniek document ontstaan dat aan ouders, leerkrachten en remedial teachers een scala aan inzichten en oefeningen geeft om hulp te bieden aan kinderen met dyslexie.

Gestructureerd aanleren
Aansluitend bij hun verbeelding en gebruik makend van spraak en klanken wordt de spelling (in combinatie met het lezen) zeer gestructureerd aangeleerd. De uitgever heeft dit met veel gevoel voor detail gevisualiseerd en vormgegeven. In deze tijd krijgen veel kinderen de diagnose ‘dyslexie’. Met ´Overwin dyslexie!´ hebben hun ouders en begel-eiders nu een mogelijkheid om aan het overwinnen daarvan te werken.

Twee delen + CD-rom
Na een voorwoord, geschreven door Prof.dr. Wied Ruijssenaars, komen er in DEEL 1 verschillende punten aan de orde, onder andere:
o Wat is dyslexie en is er iets aan te doen?
o De gevolgen van dyslexie voor kind én ouder.
o Begeleiding.
o Didactische principes van ‘Overwin dyslexie!’
- Het belevingsgebonden denken
- Steunregels
- Het stimuleren van lijfelijke betrokkenheid
- Overzicht van de spraakbeweging.

DEEL 2 is het praktijkdeel.
Een aantal onderwerpen uit dit deelworden hieronder kort weergegeven.Bij ‘meer afbeeldingen’ ziet de bijbehorende plaatjes.

Schrijfproblemen
Deze schrijf-oefenbladen zijn speciaal voor kinderen met schrijfproblemen. Veel kinderen met lees- en spellingproblemen hebben ook moeite met schrijven. Er is soms sprake van motorische problematiek, maar soms ook van richtingon-zekerheid, met als gevolg: de omkering van het letterbeeld. Ieder blad heeft letters met een bepaalde overeenkomstige vorm. Bij deze oefening is het weer belangrijk om onder woorden te brengen wat er wordt gedaan en hoe de beweging is.

Voor - achter, eerste – laatste
Veel kinderen hebben moeite met de plaatsbepaling op papier. Vanaf welke kant begin je nu met lezen en schrijven en wat is dan de eerste en de laatste letter? Als er wordt gevraagd: wat is de eerste letter in het woordje ‘stoel’ en het kind vat ‘eerste’ op als de voorste (eerste) in een rij letters, dan zal het antwoorden: de letter ‘l’. Om de kinderen te leren oriënteren op papier, dus om duidelijk te maken wat op papier voor (eerst) en achter (na en laatst) is, kan schema behulpzaam zijn. Het is te gebruiken bij omkeringsfouten en verwisselingen.

Lotto’s
(afbeelding 5) Bij het aanbieden van de geschreven taal beginnen we bij het hele woord en we leren dat dit bestaat uit onderdelen. We helpen het kind analyseren. Dit gebeurt als eerste bij de lotto’s. Met behulp van de lottokaarten en de bijbehorende woordkaartjes wordt het kind bijgebracht dat voor elke klank een teken geschreven kan worden, of dat voor elk teken een klank gezegd kan worden. Dus het symbool van het letterteken wordt bijgebracht. De plaatjes, die aangeboden worden, zijn voor de visuele analyse zo in het eerste lotto geplaatst, dat steeds de laatste klank-teken verbinding hetzelfde is. Bijv: duif, druif, kalf, brief, vijf. 

Klankteken-analyse 
Om de woorden verder te analyseren wordt gebruik gemaakt van: 1. klankteken-analysebladen: laatste medeklinker A. Oefenen en B. toepassen.

Wanneer schrijf je ‘ch’
(afbeelding 8) De ‘ch’ hoort bij de ‘s’: ‘school’. We zeggen: ‘s’ en ‘ch’ zijn getrouwd! Maar ‘ch’ hoort ook bij ‘t’: ‘licht’. We zeggen: ‘ch’ en ‘t’ zijn getrouwd!Regel 3: ‘’s’ en ‘ch’ zijn getrouwd’ Als de g-klank na de ‘s’ komt (die vooraan in de mond gevormd wordt) is het altijd een ‘ch’ Kijk maar: school schip schuur (Pas op bij nieuwsgierig!!! Dit is een samenstelling: nieuws-gierig, gierig naar nieuws.) Regel 4: ‘’ch’ en ‘t’ zijn getrouwd’ Als de g-klank voor de ‘t’ komt (die vooraan in de mond gevormd wordt) is het altijd een ‘ch’ Kijk maar: licht bocht zacht echt

Lange ij en korte ei
De ‘ij’ en de ‘ei’ klinken hetzelfde en zijn daarom moeilijk uit elkaar te houden. Je moet dus weten welke je moet gebruiken. Vermijd het aanbieden van de ij en de ei tegelijk. Door het tegelijk aanbieden kan het zogenaamde tweeling-effect ontstaan.Geef daarom in het begin aan dat bij dictee de ij-klank altijd als een lange ‘ij’ moet worden geschreven. Is het de ‘ei’, dan wordt het erbij gezegd.‘dingen’ met ‘ij’ zijn over het algemeen langwerpig en verticaal (pijl) en dingen met ‘ei’ zijn rond en vlak, horizontaal (wei). Net als de letters zelf. Maak hier gebaren bij.

Verkleinwoord
Bij verkleinwoorden hebben we met twee of meer medeklinkers achter elkaar te maken, kijk maar: laan – laan-tje. Hier komen de ‘n’ en de ‘t’ bij elkaar. Oefenen met verkleinwoorden is een goede vooroefening op weg naar de lange en korte klinkerkwestie, omdat het woord hier ook langer wordt, maar er nog niets verandert aan de kern van het woord.

Een fout die kan voorkomen
(afbeelding 10)Een leerling leest bij de plaatjes van ‘huis’ en ‘klein huis’: ‘huis’ en ‘garage’. Het kleine huis ziet hij als een garage. Hij zegt niet: huis-je. Hier is de beleving dominant over de lesvorm (de denk-strategie van de les). Daarom moeten eerst de plaatjes worden besproken, zodat de leerling gaat begrijpen wat de bedoeling is. 

Hulptekens voor lezen
De hulptekens zijn niet een doel op zich, maar zijn hulpmiddelen om de klanken (lange klinker, korte klinker en afgesleten klinker) beter te leren onderscheiden.Woordblinde kinderen hebben vaak moeite met het woordbeeld te onthouden, ze vertalen één-op-één van klank naar teken.Om kinderen te leren omgaan met deze moeilijkheid tijdens het lezen, wordt tijdelijk gebruik gemaakt van hulptekens, een manier om te helpen de juiste klank te kiezen. Voor alle klinkers kunnen we hulptekens gebruiken.

Deze methode bestaat uit: 
Een boek met 240 pagina's Voorwoord is geschreven door: Prof.dr. Wied Ruijssenaars. 
Een CD-rom met 270 pagina's A4 (met meer dan 350 oefeningen)

Bekijk hier het alfabetisch register>>

 

Gegevens
ISBN
9789075129779
Auteur
A.M. Tulner-Hepkema
Illustrator
Wim Harzing
Pagina's
240
Taal
Nederlands
Leeftijd
alle leeftijden
Formaat
Hardcover 170x240 mm
Schrijf uw eigen review
U plaatst een review over:Overwin dyslexie!
Uw waardering
To Top