You are here:
- Home
- Doelgroep
- Dyslexie - TOS
- Overwin dyslexie!
Beschrijving
Gegevens
No Reviews
Beschrijving
Samengesteld door: drs Laura Schilder
Lezen en foutloos spellen
De benadering, de aanpak en de mate-rialen die in het boek worden gehanteerd, zijn ontwikkeld door Mevrouw A.M. Tulner – Hepkema. Zij kampte lange tijd zelf met dyslexie en weet als geen ander hoe moeilijk leren lezen en foutloos schrijven (spellen) kunnen zijn. Zij heeft als het ware van buitenaf én door eigen ervaring van binnenuit het denken van het kind met dyslexie onderzocht en lesmateriaal ontwikkeld dat daarbij aansluit. In de loop der jaren hebben honderden kinderen met de aanpak van Mevrouw Tulner de problemen van hun dyslexie kunnen verminderen.
Geconcretiseerd
Op basis van haar nauwgezette aantekeningen en de verslagen van individuele lessen en behandelingen zijn veel van de door haar gebruikte principes en oefeningen in dit boek verder geconcretiseerd.
Selectie voor de praktijk
Mevrouw Montijn-Hepkema, de jongere zuster van Mevrouw Tulner, heeft zich jarenlang ingespannen om het uitgebreide materiaal te ordenen en te archiveren. Laura Schilder heeft hieruit in nauw overleg met hen beiden vanaf 2006 een selectie gemaakt en uitgewerkt voorde praktijk. Op deze manier is een uniek document ontstaan dat aan ouders, leerkrachten en remedial teachers een scala aan inzichten en oefeningen geeft om hulp te bieden aan kinderen met dyslexie.
Gestructureerd aanleren
Aansluitend bij hun verbeelding en gebruik makend van spraak en klanken wordt de spelling (in combinatie met het lezen) zeer gestructureerd aangeleerd. De uitgever heeft dit met veel gevoel voor detail gevisualiseerd en vormgegeven. In deze tijd krijgen veel kinderen de diagnose ‘dyslexie’. Met ´Overwin dyslexie!´ hebben hun ouders en begel-eiders nu een mogelijkheid om aan het overwinnen daarvan te werken.
Twee delen + CD-rom
Na een voorwoord, geschreven door Prof.dr. Wied Ruijssenaars, komen er in DEEL 1 verschillende punten aan de orde, onder andere:
o Wat is dyslexie en is er iets aan te doen?
o De gevolgen van dyslexie voor kind én ouder.
o Begeleiding.
o Didactische principes van ‘Overwin dyslexie!’
– Het belevingsgebonden denken
– Steunregels
– Het stimuleren van lijfelijke betrokkenheid
– Overzicht van de spraakbeweging.
DEEL 2 is het praktijkdeel.
Een aantal onderwerpen uit dit deelworden hieronder kort weergegeven.Bij ‘meer afbeeldingen’ ziet de bijbehorende plaatjes.
Schrijfproblemen
Deze schrijf-oefenbladen zijn speciaal voor kinderen met schrijfproblemen. Veel kinderen met lees- en spellingproblemen hebben ook moeite met schrijven. Er is soms sprake van motorische problematiek, maar soms ook van richtingon-zekerheid, met als gevolg: de omkering van het letterbeeld. Ieder blad heeft letters met een bepaalde overeenkomstige vorm. Bij deze oefening is het weer belangrijk om onder woorden te brengen wat er wordt gedaan en hoe de beweging is.
Voor – achter, eerste – laatste
Veel kinderen hebben moeite met de plaatsbepaling op papier. Vanaf welke kant begin je nu met lezen en schrijven en wat is dan de eerste en de laatste letter? Als er wordt gevraagd: wat is de eerste letter in het woordje ‘stoel’ en het kind vat ‘eerste’ op als de voorste (eerste) in een rij letters, dan zal het antwoorden: de letter ‘l’. Om de kinderen te leren oriënteren op papier, dus om duidelijk te maken wat op papier voor (eerst) en achter (na en laatst) is, kan schema behulpzaam zijn. Het is te gebruiken bij omkeringsfouten en verwisselingen.
Lotto’s
(afbeelding 5) Bij het aanbieden van de geschreven taal beginnen we bij het hele woord en we leren dat dit bestaat uit onderdelen. We helpen het kind analyseren. Dit gebeurt als eerste bij de lotto’s. Met behulp van de lottokaarten en de bijbehorende woordkaartjes wordt het kind bijgebracht dat voor elke klank een teken geschreven kan worden, of dat voor elk teken een klank gezegd kan worden. Dus het symbool van het letterteken wordt bijgebracht. De plaatjes, die aangeboden worden, zijn voor de visuele analyse zo in het eerste lotto geplaatst, dat steeds de laatste klank-teken verbinding hetzelfde is. Bijv: duif, druif, kalf, brief, vijf.
Klankteken-analyse
Om de woorden verder te analyseren wordt gebruik gemaakt van: 1. klankteken-analysebladen: laatste medeklinker A. Oefenen en B. toepassen.
Wanneer schrijf je ‘ch’
(afbeelding 8) De ‘ch’ hoort bij de ‘s’: ‘school’. We zeggen: ‘s’ en ‘ch’ zijn getrouwd! Maar ‘ch’ hoort ook bij ‘t’: ‘licht’. We zeggen: ‘ch’ en ‘t’ zijn getrouwd!Regel 3: ‘’s’ en ‘ch’ zijn getrouwd’ Als de g-klank na de ‘s’ komt (die vooraan in de mond gevormd wordt) is het altijd een ‘ch’ Kijk maar: school schip schuur (Pas op bij nieuwsgierig!!! Dit is een samenstelling: nieuws-gierig, gierig naar nieuws.) Regel 4: ‘’ch’ en ‘t’ zijn getrouwd’ Als de g-klank voor de ‘t’ komt (die vooraan in de mond gevormd wordt) is het altijd een ‘ch’ Kijk maar: licht bocht zacht echt
Lange ij en korte ei
De ‘ij’ en de ‘ei’ klinken hetzelfde en zijn daarom moeilijk uit elkaar te houden. Je moet dus weten welke je moet gebruiken. Vermijd het aanbieden van de ij en de ei tegelijk. Door het tegelijk aanbieden kan het zogenaamde tweeling-effect ontstaan.Geef daarom in het begin aan dat bij dictee de ij-klank altijd als een lange ‘ij’ moet worden geschreven. Is het de ‘ei’, dan wordt het erbij gezegd.‘dingen’ met ‘ij’ zijn over het algemeen langwerpig en verticaal (pijl) en dingen met ‘ei’ zijn rond en vlak, horizontaal (wei). Net als de letters zelf. Maak hier gebaren bij.
Verkleinwoord
Bij verkleinwoorden hebben we met twee of meer medeklinkers achter elkaar te maken, kijk maar: laan – laan-tje. Hier komen de ‘n’ en de ‘t’ bij elkaar. Oefenen met verkleinwoorden is een goede vooroefening op weg naar de lange en korte klinkerkwestie, omdat het woord hier ook langer wordt, maar er nog niets verandert aan de kern van het woord.
Een fout die kan voorkomen
(afbeelding 10) Een leerling leest bij de plaatjes van ‘huis’ en ‘klein huis’: ‘huis’ en ‘garage’. Het kleine huis ziet hij als een garage. Hij zegt niet: huis-je. Hier is de beleving dominant over de lesvorm (de denk-strategie van de les). Daarom moeten eerst de plaatjes worden besproken, zodat de leerling gaat begrijpen wat de bedoeling is.
Hulptekens voor lezen
De hulptekens zijn niet een doel op zich, maar zijn hulpmiddelen om de klanken (lange klinker, korte klinker en afgesleten klinker) beter te leren onderscheiden.Woordblinde kinderen hebben vaak moeite met het woordbeeld te onthouden, ze vertalen één-op-één van klank naar teken.Om kinderen te leren omgaan met deze moeilijkheid tijdens het lezen, wordt tijdelijk gebruik gemaakt van hulptekens, een manier om te helpen de juiste klank te kiezen. Voor alle klinkers kunnen we hulptekens gebruiken.
Deze methode bestaat uit:
Een boek met 240 pagina’s Voorwoord is geschreven door: Prof.dr. Wied Ruijssenaars.
Een CD-rom met 270 pagina’s A4 (met meer dan 350 oefeningen)
A.M. Tulner-Hepkema
1913-2009 Na de Kweekschool volgde Anneke Hepkema, geboren in Leeuwarden, een logopedie opleiding in Amsterdam met daarnaast colleges pedagogiek bij Prof. Dr.Ph. Kohnstamm. In 1934 was het boek “Het denken van het doofstomme kind” van de arts Dr.A. Nanninga-Boon uitgekomen. Daarin beschrijft deze arts het “lesgeven met schriftelijke taal in de beleving” aan haar eigen doofstomme zoon. Deze zoon is afgestudeerd als ingenieur in Delft, een hele prestatie. Het boek trok de aandacht en men vroeg zich af, of een vreemde bij het lesgeven aan een kind van een ander, ook zo’n resultaat zou kunnen bereiken. Zo heeft Prof. Kohnstamm Anneke gevraagd een 11-jarige dove jongen les te geven volgens deze methode. Met haar afstudeerscriptie over dit lesgeven heeft zij in 1936 haar akte middelbaar pedagogiek – A gehaald. Na de oorlog gaf Anneke Tulner-Hepkema, onder Dr. Nanninga’s begeleiding les aan twee dove leerlingen en een zwaar woordblinde jongen. Lesverslagen (aan/over twee eigen kinderen) voor Dr. Nanninga zijn verwerkt in Nanninga’s volgende boek “Het denken van het woordblinde kind”. Maria Krabbe’s artikel: “Het denken van het woordblinde type” was net uitgekomen en Anneke herkende zich toen in het beelddenken en in haar taalmoeilijkheden als zelf zijnde woordblind. Door deze twee publicaties leerde zij ‘het ander soort denken’ kennen, waardoor zij o a fouten van haar kinderen en van zichzelf ging begrijpen. Zij noemt dit later: ‘een levens-gebonden denken’. Tijdens 7 jaar werken als logopediste op Instituut Harreveld en daarna 7 jaar als onderwijzeres op drie LOM/ BLO scholen, heeft zij haar lesmateriaal ontwikkeld. Rondom 1980 heeft zij lezingen gehouden voor ouders en leerkrachten en een cursus gegeven voor de Vereniging van Logopedie en Foniatrie. In 1993, tijdens het lesgeven aan drie kinderen van Baukje, ried deze laatste haar klemmend aan een boek te schrijven, waarop zij heeft geantwoord: “ Dat zeggen de mensen wel vaker, maar dat kan ik niet. Een boek schrijven is heel iets anders, maar ik kan wel lesgeven en ik ben nu rijp om het door te geven”. Ook ontwikkelde zij klankwaaiers voor het Engels en klankregels voor de uitspraak en hielp sommigen met het leren lezen van muzieknoten. Dit alles volgens haar eigen eenvoudige systeem! Het begin van haar levensverhaal is:” Ik ben woordblind I en II”
Gegevens
Gewicht | 150 g |
---|---|
ISBN | 9789075129779 |
Auteur | A.M. Tulner-Hepkema |
Illustrator | Wim Harzing |
Pagina's | 240 |
Taal | Nederlands |
Leeftijd | Alle leeftijden |
Formaat | Hardcover 170×240 mm |
No Reviews
Alleen ingelogde klanten die dit product hebben gekocht, kunnen een beoordeling achterlaten.
Beoordelingen
Er zijn nog geen beoordelingen.